Stinzenplanten
De stinzenplanten die het meeste voorkomen in de Martenatuin zijn
Voorjaarshelmbloem Corydalis solida
Holwortel Orydalis bulbosa
Bostulp Tulipa sylvestris
Italiaanse aronskelk Arum italicum
Sneeuwklokje Galanthus nivalis
Winteraconiet Eranthis hyemalis
Wilde hyacint Scilla non-scripta
Lievevrouwebedstro Asperula odorata
Wat zijn stinzenplanten?
Er heerst nogal wat onduidelijkheid over wat nu precies stinzenplanten zijn.
Dit komt enerzijds doordat er verschillende definities in omloop zijn en anderzijds doordat dezelfde soorten in het ene deel van het land wel stinzenplanten heten en elders niet.
De definitie van stinzenplanten luidt:
Planten die in hun verspreiding binnen een bepaald gebied uitsluitend beperkt zijn tot stinzen, buitenplaatsen, oud boerenhoeven, pastorietuinen en aanverwante milieus zoals kerkhoven, stadswallen en slotheuvels. Het gaat in de regel om variëteiten met opvallende bloemen, die vroeger op buitenplaatsen en dergelijke zijn uitgeplant en vervolgens zijn verwilderd en ingeburgerd. Daarnaast kan bij bepaalde soorten ook sprake zijn van spontane vestiging vanuit de omgeving.
In Friesland zijn meer dan tachtig plaatsen bekend waar stinzenplanten voorkomen. De bostulp is de meest voorkomende soort met ongeveer vijftig groeiplaatsen, gevolgd door de voorjaarshelmbloem en knikkend vogelmelk. Het aantal soorten per groeiplaats is niet groot, maximaal twaalf op Martenastate in Cornjum, gevolgd door de Prinsentuin in Leeuwarden. Op Dekemastate, Jongemastate in Raard en de Klinze in Oudkerk zijn ook veel stinzenplanten te zien.
Filmpje stinzenplanten